Uitleg van oesoel as-soennah deel 3

شرح أصول السنة

Uitleg van de fundamenten van de Soennah

Imaam Ahmad ibn Hanbal

Deel 3 : Status van de Soennah, qiyaas en de verplichting tot Ittibaa’

_______________________________________________

Al Màtn (de tekst):

• En de Soennah bij ons zijn de aathaar (overleveringen) van de Boodschapper van Allaah sallallaahoe ‘alayhie wa sallam en de Soennah legt de Qoer’aan uit, en het is als een gids voor de Qoer’aan.
• En er is in de Soennah geen qiyaas (analogie) en niet het geven van gelijkenissen en voorbeelden.
• En niet het realiseren ervan met het verstand of al-ahwaa (de begeerten) Het is slechts al-Ittibaa’ (navolgen) en het laten van al-Hawaa (de begeerte)


_______________________________________________

As Sharh (de Uitleg):

Citaat:
” En de Soennah bij ons zijn de aathaar (overleveringen) van de Boodschapper van Allaah sallallaahoe ‘alayhie wa sallam en de Soennah legt de Qoer’aan uit, en het is als een gids voor de Qoer’aan”
Hij zegt (Imaam Ahmad):En de Soennah bij ons zijn de aathaar van de Boodschapper van Allaah sallallaahoe ‘alayhie wa sallamhiermee wordt bedoeld zijn uitspraken, zijn daden en zijn stilzwijgende goedkeuringen. Wij hebben met ons het Boek en wij hebben met ons de Soennah, en de Soennah zijn de aathaar (overleveringen) van de Boodschapper van Allaah sallallaahoe ‘alayhie wa sallam en dat is datgene wat Allaah ons heeft bevolen om te volgen en om aan vast te houden.

Zijn uitspraak
en de Soennah legt de Qoer’aan uit en het is als een gids voor de Qoer’aanverduidelijkt de positie van de Soennah en zijn verbondenheid met de Qoer’aan. Dus de Soennah verduidelijkt de Qer’aan:

En wij deden aan jou de Dhikr neerdalen om aan de mensen duidelijk te maken wat aan hen neergezonden is. (an-Nahl 16:44)

En indien jullie over iets van meningverschillen, refereer het dan terug naar Allaah en Zijn boodschapper. (al-Nisaa 4:59)


En het refereren naar Allaah is het refereren naar het Boek van Allaah, en het refereren naar de Boodschapper van Allaah is het refereren naar hem tijdens zijn leven en naar zijn Soennah na zijn overlijden - ‘alayhie as-salaatoe wa salaam -, dát is de referentie van de mensen en hun bron om naar terug te keren. De Soennah en de Qoer’aan zijn gelijk aan elkaar op dit punt. Het is (de Soennah), als het gaat om bewijsvoering in de onderwerpen van ‘aqaa’ied (geloofsleer) en al-ahkaam (regelgevingen) en al-halaal en al-haraam en alle zaken van de Dien, een referentiebron net zoals de Qoer’aan. En daarom waren de Selef gewoon om wanneer er tot hen een vraag kwam over ‘aqiedah of iets anders dan dat, om te antwoorden met hetgeen zij wisten van een Qoer’aanische of Profetische tekst, er is geen onderscheid hiertussen.

En een voorbeeld hiervan zal gegeven worden (in latere lessen) vanuit het standpunt van ‘Oemar en het standpunt van Aboe Bakr en het standpunt van ‘Ibn ‘Oemar en anderen dan hen van de Sahaabah (metgezellen).


Citaat:
“het is als een gids voor de Qoer’aan”
Het verduidelijkt zijn algemeenheden, het omschrijft en definieert wat alomvattend is, en het verheldert zijn meerduidigheden, en het beperkt wat absoluut is, en het specificeert wat algemeen is. En het legt aan ons het gebed uit, zijn tijden, zijn aantallen, zijn specificeringen, wat we erin moeten reciteren, wat we moeten zeggen in de roekoe’ (buiging), wat we moeten zeggen in de soedjoed (nederknieling). Dit alles is (afkomstig) uit de Soennah. En Allaah zegt:
En verricht het gebed en geeft de zakaat. (al-Baqarah 2:110)

En meer van dit (soort verzen), en de Soennah heeft het uitgelegd en gespecificeerd, het is de gids en verduidelijker en de uitlegger van de algemeenheden van de Qoer’aan. En de specificeerder van wat algemeen is en de beperker van wat absoluut is, het legt de Qoer’aan uit zoals de Imaam (Ahmad ibn Hanbal) zei en het is ook de gids van de Qoer’aan zoals hij zei – rahiemahoellaah.

Citaat:
“En er is in de Soennah geen qiyaas (analogie)…"

Hiermee wordt bedoelt; er is geen qiyaas (analogie) in de Dien van Allaah. Als de rivier van Allaah komt doet hij de rivier van rationaliteit teniet. Als er een Nas (tekst van de openbaring) is dan is er geen (ruimte voor) qiyaas (analogie), het wordt niet tegengegaan met het verstand en niet met een qiyaas (analogie), en niet met een opinie, en niet met wat dan ook, er blijft voor ons niets anders over dan at-tasliem (overgave).

Maar nee, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen. [an-Nisaa 4:65]

En sommige gaan tot in het extreme met analogie tot zo een gradatie dat zij de Noesoes (de teksten van de openbaring) ermee verwerpen, en zij zeggen; “deze Nas (tekst van de openbaring) gaat de fundamenten tegen”, “deze Nas is in tegenstrijd met de analogie”. Zij zijn te ver gegaan in al-qiyaas (de analogie)!!

En Imaam Ahmad doelt op een verwerping van deze personen (en hun extremisme in analogie), en anders (m.a.w. in een situatie van het werkelijk ontbreken van een Nas) gaat men als eerste naar analogie, maar zoals men zegt:

“zoals het kadaver men wendt zich er enkel naar toe in een situatie van nood”

Shaykh oel-Islaam Ibn Taymiyyah – rahiemahoellaah – heeft zelfs gezegd in zijn boek genaamd “al-Woesoel ilaa Bayaan anna Oesoel ad-Dien wa Foeroe’ahoe qad Bayyanahaa ar-Rasoel”, hij zegt;

“Met benadrukking, er is geen Idjmaa’ (consensus) behalve dat wij er een Nas (geopenbaarde tekst) voor aanwezig vinden”

Zo ook is er geen groep die een analogie trekt behalve dat er een Nas voor te vinden is in de betekenis van die analogie, maar de mensen die deze capaciteit van het tekstverklaren van de Noesoes (geopenbaarde teksten) beheersten zijn heengegaan, of het vergelijkend verklaren ervan, en weinigen zijn er die de Noesoes konden begrijpen en verklaren zoals Imaan Ahmad – rahiemahoellaah – of het vergelijkend verklaren ervan. En daarom vind je bij veel van geleerden correcte analogieën- Allaah heeft hen geleid naar deze correcte analogieën - , maar wanneer men uitgebreid de Soennah bestudeerd dan zal men ondervinden dat er een Nas (geopenbaarde tekst) aanwezig is van de Shaari’ (Allaah de Wetgever). Want de Boodschapper heeft de Oesoel (fundamenten) en de Foeroe’ (secundaire zaken) verduidelijkt, tot zoverre dat hij niets gelaten heeft hiervan.


Wij hebben niets uit het Boek weggelaten. (al-An’aam 6:38)

En op deze Dag heb Ik jullie Religie voor jullie vervolmaakt en Mijn Gunst aan jullie volbracht en de Islaam voor jullie gekozen als Religie. [al-Maa’iedah 5:3]


En dus onze Dien is volmaakt en heeft geen tekortkomingen. En sommige mensen verrichtten Idjtihaad en maken analogieën en hun analogie is correct, overeenkomstig met de Nas (geopenbaarde tekst), overeenkomstig met de onderliggende rede (van de situatie of regelgeving in een tekst), maar in de betreffende kwestie is er een Nas die hem niet heeft bereikt, en als deze Nas hem zou hebben bereikt dan had hij deze gehanteerd in zijn bewijsvoering en de qiyaas gelaten. Vervolgens komen er mensen na hem, die de Soennah hebben bestudeerd vanuit de Djawaami’ en de Masaanied en de Ma’aadjim, enzovoorts. En dan zie je dat zij – Ibn Taymiyyah bijvoorbeeld - een Nas vinden voor die Idjmaa’ (consensus).

Zij (de geleerden) kwamen dus overeen, met een correcte consensus overeenkomstig met de Noesoes (geopenbaarde teksten) van de Sharie’ah, en als zij deze Nas hadden gekend, dan hadden zij deze gehanteerd in hun bewijsvoering. Maar deze Noesoes hadden hen niet bereikt en toen kwamen degenen die hen opvolgden, zoals Ibn Taymiyyah en anderen, met een benadrukking (van de Idjmaa’ die eerder gevormd was door degenen vóór hen) en zij ondervonden dat er consensussen waren gevormd en (voor deze consensussen) waren er Noesoes aanwezig, bevestigd van de Boodschapper – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam - , en dat er analogieën waren getrokken door de geleerden en deze analogieën waren correct maar er (bleken achteraf gewoon) Noesoes (geopenbaarde teksten) aanwezig te zijn van de Edele Profeet - sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – waar zij geen weet van hadden.

Hoe dan ook, Imaam Ahmad was zeer streng in het verwerpen van al-qiyaas, en hij verwierp veel van de zaken waarover Idjmaa’ geclaimd werd, en hij verwierp het als men zei; “over deze zaak is overeengekomen door het volk”. Hij zei dan; ´Jij weet niet of er meningsverschil aanwezig is, zeg dus (beter) “Ik ken geen meningsverschil over die of die zaak” en zeg niet “de Oemmah is over die en die zaak overeengekomen”.

Het is veiliger om te zeggen; “Ik ken geen meningsverschil hierin” want het kan zo zijn dat er een meningsverschil is die jou niet heeft bereikt en die je niet tegen bent gekomen.

Citaat:
en niet het geven van gelijkenissen en voorbeelden

Als er tot jou een Nas (geopenbaarde tekst) komt geef je dan over hieraan:

Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen. [an-Nisaa 4:65]

wanneer er een Nas tot jou komt, authentiek bevestigd, sahieh of hasan, zeg dan niet; “Bij Allaah, bij Allaah er wordt bedoeld…”, en dan worden er (allerlei) vergelijkingen opgeworpen. Dit zei Aboe Hoerayrah – radiya Allaahoe ‘anhoe – zoals is overgeleverd in de Moeqaddimah van de Ibn Maadjah, hij zei;

“degene die iets gegeten heeft wat in aanraking is geweest met vuur dient woedoe’ te verrichtten”

Deze hadieth leverde hij over in de kwestie van het bevel tot het verrichtten van woedoe’ bij hetgeen wat in aanraking is geweest met vuur. Toen zei een van de Metgezellen tegen hem “Heb je al-hamiem – m.a.w. heet water – gezien, kun je daarmee woedoe’ verrichtten?

Toen zei hij (Aboe Hoerayrah;

“Oh zoon van mijn broer, als er een hadieth tot jou komt van de Boodschapper van Allaah, werp dan geen gelijkenissen op”

M.a.w. geef jezelf over, dat is een qaa’iedah (stelregel) baaraka Allaahoe fiekoem.

Citaat:
En niet het realiseren ervan met het verstand of al-ahwaa (de begeerten)

Hij bedoelt hiermee, men realiseert niet (de Soennah) gebaseerd op het verstand of al-ahwaa (de begeertes), het wordt gerealiseerd door de Naql (de Openbaring). Wil jij de Soennah ?! Wil jij al-Hoedaa (de leiding) ?! Leer dan en studeer dan ! En als er een Soennah tot jou gekomen is probeer dan de fiqh (begrip) ervan te verkrijgen, gebruik dan jou verstand6 om de fiqh ervan te verkrijgen.

“Voor wie Allaah het goede wenst, Hij geeft hem begrip van de Religie” (Al-Boekhaarie, kitaab al-‘Ilm, hadieth nr 71, Moeslim, kitaab az-Zakaat, hadieth nr 1547)

Maar zonder Noesoes (geopenbaarde teksten) en zonder Soennah? En je wilt (vervolgens) spreken over de Dien van Allaah? Dit is hetgeen wat valt onder het spreken over Allaah zonder kennis:

Zeg: "Mijn Heer heeft slechte daden, hetzij openlijk of in het geheim verboden en zonde en ongerechtvaardigde opstand; en dat gij datgene met Allaah vereenzelvigt, waarvoor Hij u geen gezag heeft nedergezonden en dat gij van Allaah dingen zegt, die gij niet weet. [an-Nisaa 4:65]

Wat dus noodzakelijk is voor een moslim is tawqief in de ‘aqaa’ied (geloofszaken) en de ‘ibaadaat (aanbiddingszaken), en in al-halaal en al-haraam. En wat betreft de wereldse zaken, verricht daarin (je eigen) idjtihaad (inspanning).

“Jullie kennen jullie wereldse aangelegenheden het best”

Moeslim, kitaab al-fadaa’iel hadieth nr 2363, hadieth van Anas – radiya Allaahoe ‘anhoe - die zei dat de Profeet – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – een groep (van de metgezellen) passeerde die bezig waren met het bevruchten van pollen van de dadelboom (d.m.v. mannelijke en vrouwelijke zaden samen te voegen), en de Profeet – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – zei tegen hen “Als jullie dat niet zouden doen, dan zou dat beter zijn” en vervolgens haalden zij de onbevruchte pollen eruit. Later kwam de Profeet – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – weer voorbij en hij zei “Wat is er aan de hand met jullie dadelbomen?” Zij zeiden; “U zei dit en dit” En toen zei hij; “Jullie kennen jullie wereldse aangelegenheden het best”.

Voetnoot vertaler: Deze hadieth wordt vaak misbruikt door de mensen van innovatie en begeertes, zij proberen deze hadieth aan te halen als bewijs dat de Profeet sallallaahoe ‘alayhie wa sallam niet altijd spreekt vanuit openbaring, en dat hij ook fouten kan maken, dit gebruiken zij dan als opstapje en als excuus om hiermee ook vele andere overleveringen weg te verklaren door te zeggen dat hij sallallaahoe ‘alayhie wa sallam soms ook spreekt vanuit zijn eigen opinie, hiermee openen zij een deur naar veel valsheid en kunnen zij overleveringen naast zich neer leggen wanneer het hen belieft. Shaykh Aboe Ibraahiem ibn Soeltaan al-‘Adnaanie zegt over deze hadieth in zijn boek “al-Qoetbiyyah hiya al-Fitnah faa’riefoehaa” welke o.a. is aangeprezen door Shaykh Saalih al-Fawzaan – hafiedhahoellaah – op blz 38 en 39: “Wij aanbidden (Allaah) met al hetgeen van zijn uitspraken of zijn daden of zijn stilzwijgende goedkeuringen, behalve als een (specifiek) bewijs duidt op een uitzondering. En daarom toen de metgezellen zijn – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – uitspraak hoordenAls jullie dat niet zouden doen, dan zou dat beter zijn”, zeiden zij niet tegen hem “Zei u deze woorden Oh Boodschapper van Allaah vanuit uw persoonlijke overweging of vanuit uw positie als Boodschapper zijnde?”. Integendeel, enkel bij het horen (van zijn uitspraak) lieten zij het bevruchten en zij gingen door hierin totdat de verduidelijking tot hen kwam en dat was de uitspraak van de Boodschapper -sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – “Jullie kennen jullie wereldse aangelegenheden het beste”……en verderop zegt hij “En de asl (basisregel/uitgangspunt) m.b.t. de uitspraken van de Boodschapper van Allaah – sallallaahoe ‘alayhie wa sallam – en zijn daden en stilzwijgende goedkeuringen, is dat het wetgevend is, en er wordt niet van deze asl (dit uitgangspunt) afgeweken behalve met bewijs.

De asl (basisregel) in de Religie is at-Tahriem (m.a.w. een verbod tot het aannemen van geloofspunten of handelingen van aanbidding) behalve wanneer er een toestemming is van de Shaari’ (Allaah de Wetgever). Dus wanneer je (gebaseerd) op je verstand bent ingegaan op de Religie van Allaah, dan heb je jouw hawaa (begeerte) gevolgd en heb je gesproken over Allaah zonder kennis, en dat behoort tot de grootste zondes. En in sommige gevallen bereikt het zelfs een niveau groter dan ash-Shirk (afgoderij), zoals Ibn al-Qayyim zei toen hij dit vers uitlegde zeggende;

“Het vers verloopt van laag naar hoog, en het ergste is het spreken over Allaah zonder kennis, heviger dan Shirk (afgoderij), want Shirk valt hieronder als ook andere zaken. En Shirk is niets anders dan de uitspraken van Ahl oel-Baatil ( de mensen van valsheid) en Ahl oed-Dalaal (de mensen van dwaling).”

Pas dus op en wees gewaarschuwd ! Voor het spreken over de Religie van Allaah met al-hawaa (begeerte), en misleid door het verstand, en intelligentie en begrip, want al-Fiqh (het juiste religieuze begrip) van deze geopenbaarde teksten gaat enkel op de manier zoals de situatie was van de Sahaaba (metgezellen) en de Taabi’ien (opvolgers van de metgezellen) en zoals hier werd gezegd (door Imaam Ahmad);

Citaat:
Het is slechts al-Ittibaa’ (navolgen) en het laten van al-Hawaa (de begeerte)

M.a.w. niet het verstand laten bepalen over de religie van Allaah en niet de begeertes laten heersen, het is enkel Ittibaa’ wa Tark oel-Hawaa – Volgen en het laten van begeertes!

Einde deel 3

Bron:

www.selefienederland.nl – Uitleg van de fundamenten van de Soennah


0 reacties:

Een reactie posten

Live duroos